Had je me vorige maand in een quiz gevraagd: “Wat weet je over Giethoorn?”, ik was waarschijnlijk niet veel verder dan ‘dorp in Nederland’ geraakt. Een dagje en een interessante rondleiding later weet ik niet alleen heel wat meer, ik ben ook helemaal betoverd door het dorp.
Venetië van het Noorden
Als je nog nooit van Giethoorn gehoord hebt, dan kan je je het eigenlijk niet goed voorstellen. Je komt er echt in een andere wereld terecht: de huizen zijn op kleine veeneilandjes gebouwd en zijn verbonden met meer dan 170 bruggen. Giethoorn is zo leuk en zo pittoresk dat je het zelf eigenlijk niet kan verzinnen. Mijn geliefde Stockholm en (mijn minder geliefd) Brugge durven zich ook al eens het Venetië van het Noorden te noemen maar deze steden verbleken in het niets bij Giethoorn als het op de titel Venetië van het Noorden aankomt.
Naast het water hebben Venetië en Giethoorn ook de punters (gondels waarbij je je afduwt met een stok om te varen), bruggen en de toeristen gemeen. Net als in Venetië is het contrast ’s avonds groot. Overdag is het op de koppen lopen, ’s avonds keert de rust terug en beleef je het dorpje op een authentiekere manier.
De geschiedenis van Giethoorn
Toen de eerste mensen hier in de 12e eeuw kwamen wonen, troffen ze veel hoorns van geiten aan. De naam Geithorne werd later Giethoorn. De horens van de geit zijn nog steeds in het wapen van het dorp terug te vinden. Vroeger was hier één groot meer maar door de turfwinning ontstonden meerdere meren. Deze turf was een belangrijke brandstof in de kachels.
Het dorp is ook 4x verplaatst, telkens met het vervenen mee. Uniek waren ook de vaarboeren die 2x per dag naar de overkant van het water vaarden om de koeien te melken. ’s Avonds aten ze steevast pannenkoeken. Hoewel het hard labeur was, zie ik in de blik van mijn gids dat hij toch ook mooie herinneringen aan die pannenkoeken heeft. Zijn vader was een vaarboer en hij hielp regelmatig mee.
Wie alles te weten wil komen over de geschiedenis van Giethoorn en de turfwinning, zet zeker een bezoekje aan ’t Olde Maat Uus op de planning.
Fanfare
De eerste stroom toeristen kwam er na de Nederlandse film Fanfare uit 1958 die in Giethoorn opgenomen is. Fanfare is, na Turks fruit, de meest succesvolle Nederlandse film aller tijden. Aan het Binnenpad kan je nog steeds naar Café Fanfare.
Monopoly en de Chinezen
Giethoorn wist enkele jaren geleden een plekje op het internationale Monopolybord te bemachtigen. Dit ondermeer dankzij de bussen vol Chinezen die dagelijks in het dorp gedropt worden en die op Giethoorn stemden.
Ondertussen zijn de locals wat minder opgezet met de Chinese aanwezigheid: rijke Chinezen kopen huizen op, de Aziaten lijken te denken dat ze in een soort Bokrijk terecht komen en de bewoners geen echte bewoners maar eerder figuranten zijn. Ik snap ze wel een beetje: het voelt allemaal ook aan als een openluchtmuseum. Het is er zo uniek dat het amper te vatten is dat dit een dorp is waar gewoon mensen wonen.
Giethoorn praktisch
Giethoorn is autovrij en heeft aan de rand enkele grote, gratis randparkings. Het dorp ligt op anderhalf uur rijden van Amsterdam. Ter plekke verplaats je je het makkelijkst te voet (tip: neem een weekendtas mee ipv een reiskoffer op wieltjes en vergeet je muggencrème niet!), met de fiets of per boot.
De weg verliezen in Giethoorn kan amper. Het Binnenpad loopt centraal door het dorp. Soms is het wel even zoeken hoe je via de houten bruggetjes aan de juiste kant komt. Overnachten deed ik in de vernieuwde B&B ’t Wiede.
Booking.comTip: combineer Giethoorn met een bezoekje aan Urk of een ander stukje van Nederland Waterland.
Met dank aan NBTC.
Séverine De Ryck zegt
Wij willen ook al heel lang eens naar Giethoorn en in augustus zal het er eindelijk van komen. Ik kijk er al naar uit! 🙂 x
citytrip zegt
Lijkt me een romantische plek om te vertoeven